Stadsbeschrijving Gouda van Franco de Vrije

De stadsbeschrijving van Franco de Vrije is door vrijwilligers van de werkgroep Gouda op Schrift getranscribeerd en hertaald.

Het betreft een beschrijving van de stad Gouda, die rond 1700 is vervaardigd. Ze is daarmee ouder dan de eerste – gedrukte – stadsbeschrijving van Ignatius Walvis, die in 1714 het licht zag. En ze bevindt zich in het Streekarchief Midden-Holland te Gouda (Collectie Kemper, 0096. 144) en omvat 141 doorgaans eenzijdig beschreven folia.

Franco de Vrije schreef zijn stadsbeschrijving van Gouda in de tijd dat hij in Gouda woonde en daar verschillende hoge functies bekleedde. Voor het historische gedeelte van zijn geschiedenis van Gouda heeft hij uit diverse bronnen en archiefstukken geput, waaronder het zogenoemde Memorieboekje van Vereyck. De beschrijving van de stad berust waarschijnlijk grotendeels op eigen waarneming. De Vrije beschrijft de stad vanaf de Origo urbis (oorsprong van de stad). Dan volgen hoofdstukken over onder andere de naamgeving van de stad, de twee rivieren de IJssel en de Gouwe, het wapen van de stad, het kasteel, de straten, bruggen en het marktplein, het stadhuis, de waag; de rederijkers, torens, kerken en de gewezen kloosters. Hij eindigt met een lijst van beroemde Gouwenaars.

Het handschrift is in zekere zin ‘werk in uitvoering’. Op diverse plaatsen in de tekst zijn zaken opengelaten die nog geverifieerd moesten worden. Dit betreft vooral kleine feitjes, zoals jaartallen. Maar ook het hele hoofdstuk Telonium (= de Tol) is geheel blanco, op de titel na. Er zijn later ook enkele hoofdstukjes aan toegevoegd, zoals de beschrijving van de stadslibrije. De tekst is nooit eerder in druk uitgegeven. Deze stadsbeschrijving past in het emancipatorische streven van de Hollandse steden, dat vanaf het midden van de zestiende eeuw opkwam. Hieraan kon men het belang en de grootsheid van de stad aflezen.