20-08-2025

Waarom mag je geen edelhert doden, maar wel een slang?

In de vroegmoderne tijd bepalen status, symboliek en machtsverhoudingen welke dieren bescherming krijgen, en welke niet. Van de wetenschapsredactie

Als een boer in het jaar 1650 op de Veluwe een slang doodslaat, hoor je er geen kip over. Maar een edelhert? Daarop is jagen door boeren verboden en zelfs strafbaar, soms met het uitsteken van je ogen als straf. “Hoe mensen met dieren omgaan – of ze beschermen, belangrijk vinden en in groepen verdelen – heeft vaak te maken met macht en de betekenis die mensen geven aan sommige dieren,” vertelt Jim van der Meulen. Hij onderzoekt bij het Huygens Instituut hoe mensen en dieren hun leefruimte delen tussen 1350 en 1700, en allebei invloed hebben op hoe die wordt gebruikt.

Binnen zijn onderzoek richt Van der Meulen zich onder andere op hoe wetgeving rondom dieren in de vroegmoderne tijd de sociale verhoudingen tussen groepen mensen beïnvloedt. Het denkkader om dit te bestuderen heet politieke ecologie. “Het gaat over de wederzijdse beïnvloeding tussen mens en natuur: hoe mensen de natuur gebruiken, beheren of aantasten, én hoe dieren of natuurlijke omstandigheden op hun beurt sociale structuren, wetgeving en conflicten beïnvloeden.” In de definitie van Van der Meulen zijn dieren meer dan passieve wezens. Ze zijn actieve spelers die door hun gedrag of simpelweg hun aanwezigheid in een gebied, wetten, landgebruik en conflicten tussen mensen beïnvloeden.”

De wet beschermt wel het dier, maar niet de boer

Waarom dieren invloed kunnen hebben op conflicten tussen mensen blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop mensen omgaan met edelherten in het gebied dat we nu kennen als de Veluwe. Vanaf de laatvijftiende-eeuw is het wettelijk verboden om edelherten te doden, tenzij je toestemming hebt om op hen te jagen binnen het daarvoor bedoelde gebied. Maar edelherten kunnen ontsnappen en schade aanrichten aan landbouwgrond buiten deze begrensde gebieden. “De jachtwet schrijft voor dat herten beschermd zijn, maar ondertussen vreten ze het veld van boeren leeg. Dat zorgt voor spanningen,” vertelt Van der Meulen. De wet beschermt dus wel het dier en vooral de gepriviligeerde jager, maar niet de boer die de lasten ondervindt van het edelhert. Niet alleen doorbreken herten regelmatig hun omheining, maar soms zijn ze helemaal niet omheind en bewegen ze zich ongestoord over onzichtbare eigendomsgrenzen. Zo konden dieren in de vroegmoderne tijd sociale conflicten tussen groepen mensen beïnvloedden.

Het edelhert is een prestigieus dier

Om te begrijpen waarom sommige dieren wél bij wet beschermd worden en andere niet, is het belangrijk om te kijken naar de bredere machtsstructuren in die tijd. Jacht op wild, met name op edelherten, is op de Veluwe een manier voor de elite om status te tonen. Het edelhert wordt gezien als een prestigieus dier vanwege zijn sierlijke bouw, grootte en imposante gewei. Daarnaast hangt er een religieuze betekenis aan het dier: in christelijke heiligenverhalen, zoals dat van de Heilige Hubertus verschijnt een edelhert met een gloeiend kruis tussen zijn gewei waardoor Hubertus tot inkeer komt (zie afbeelding 1). Door zich met dit dier te associëren benadrukken leden van de adel hun rang op de sociale ladder.

Uitsnede van een edelhert (St Hubertus) op Portret van een onbekende vrouw, Jan Jansz Mostaert uit circa 1525.

De Veluwe als exclusief jachtdomein van de adel

Jacht en macht zijn sterk met elkaar verbonden, legt Van der Meulen uit: “Het bezitten van een uitgestrekt jachtgebied laat zien dat je rijk bent. Bossen vol wild benadrukt hoge status en wordt zo een prestigeproject, een manier om je boven boeren en burgers te plaatsen. Verder is de Veluwe in die tijd niet zomaar een stuk ‘wildernis’, maar een domein met een aparte status”, vertelt Van der Meulen. “Het is een jachtgebied van de vorst van Gelderland. Er gelden daar specifieke wetten die vooral gericht zijn op het beschermen van grootwild, zoals het edelhert, zodat de vorst en een handvol adellijke begunstigden het gebied kunnen gebruiken voor de jacht.” Het gebied is alleen niet altijd duidelijk omheind (zie afbeelding 2), vult Van der Meulen aan. “Niet overal staan hekken, soms zijn er greppels, soms is er zelfs helemaal niks. Het komt dus regelmatig voor dat een edelhert uitbreekt.”

Het Rheder-veer aan de IJssel tegenover de Valeweerd, met gezicht op de Rheder Enk, het Rheder bos, de Wildbaan en Rheden, circa 1690 (let op de edelherten achter het hek rechtsbovenin).

Op het onrechtmatig doden van een edelhert staan soms zware straffen

De adel heeft baat bij wetgeving die het edelhert beschermt. Landsheren en het centrale gezag vaardigen strenge jachtplakkaten uit op edelherten. Jachtplakkaten zijn wetten waarin wordt vastgelegd wie, waar en wanneer op welke dieren mag jagen. Meestal heeft alleen de landelijke elite dit recht. Gewone burgers en boeren die stiekem jagen (stropers) kunnen hard worden gestraft. “De straffen op het doden van edelherten kunnen extreem zijn, soms zelfs het uitsteken van de ogen,” vertelt Van der Meulen. “Zo’n straf dient als afschrikmiddel, maar het legt dus eigenlijk ook de sociale hiërarchie bloot. Wie op een edelhert jaagt zonder toestemming ondermijnt het symbolische gezag dat aan het edelhert, maar ook aan de adel verbonden is.”

Wie het edelhert raakt, raakt de macht

De wettelijke bescherming van een edelhert gaat dan ook niet zozeer over de zorg, maar over het belang dat de elite hecht aan de symboliek en controle rondom dit specifieke dier en zijn leefomgeving. De meeste andere dieren worden wettelijk niet beschermd, omdat ze geen statusverhogende functie hebben. Slangen, bijvoorbeeld, worden geassocieerd met het kwaad, verleiding en gevaar. Deze negatieve beeldvorming vindt haar wortels ook in het christendom. Waarom een boer in 1650 geen edelhert mocht doden, maar wel een slang, heeft dus onder andere te maken met de status en de symbolische waarde die aan deze dieren wordt toegekend. Dieren hebben een functie binnen het sociale systeem, en wetgeving maakt dat zichtbaar. Wie het dier raakt, raakt de macht.

Op 30 oktober 2025 verschijnt een bijdrage van Jim van der Meulen in Nieuwe Tijdingen, vroegmoderne dieren in de Nederlanden.